Balans

(Bedragen x € 1.000)

Activa

31 december 2016

31 december 2017

Vaste activa

610.047

629.700

Immateriële vaste activa

1.527

2.126

Kosten van onderzoek en ontwikkeling

0

744

Bijdragen aan activa in eigendom van derden

1.527

1.382

Materiële vaste activa

423.143

435.586

Investeringen met economisch nut

256.129

261.023

Investeringen economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven

106.015

110.720

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut

61.000

63.843

Financiële vaste activa

185.377

191.989

Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen

2.077

2.077

Leningen aan woningbouwcorporaties

77.750

74.385

Leningen aan deelnemingen

17.911

17.239

Overige langlopende leningen

87.638

98.286

Vlottende activa

139.048

134.948

Voorraden

62.176

50.858

Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie

54.036

45.125

Overige grond- en hulpstoffen

8.076

5.664

Gereed producten en handelsgoederen

65

69

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

25.391

25.643

Vorderingen op openbare lichamen

639

5.591

Overige vorderingen

24.751

20.052

Liquide middelen

1.011

22

Liquide middelen

1.011

22

Overlopende activa

50.470

58.425

Overige nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde bedragen

36.545

40.266

Nog te ontvangen voorschotten van Europese overheidslichamen

904

0

Nog te ontvangen voorschotten van het Rijk

2.199

2.983

Nog te ontvangen voorschotten van overige Nederlandse overheidslichamen

10.822

15.176

Totaal Activa

749.095

764.648

Recht op verliescompensatie VPB

2016: 3.186

2017: 4.675

(Bedragen x  € 1.000)

Passiva

31 december 2016

31 december 2017

Eigen Vermogen

164.505

159.777

Reserves

137.566

151.720

Algemene reserves

101.050

108.691

Bestemmingsreserves

36.516

43.029

Gerealiseerd resultaat volgend uit het overzicht van de baten en lasten in de jaarrekening

26.939

8.056

Gerealiseerd resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening

26.939

8.056

Voorzieningen

61.235

56.368

Voorzieningen

61.235

56.368

Voorzieningen

61.235

56.368

Vaste schulden

378.967

395.424

Vaste schulden

378.967

395.424

Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen

376.772

393.465

Onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren

1.383

1.383

Waarborgsommen

812

576

Vlottende passiva

144.388

153.080

Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

81.904

94.818

Overige kasgeldleningen

60.000

55.000

Banksaldi

0

8.858

Overige schulden

21.904

30.960

Overlopende passiva

62.484

58.262

Verplichtingen

52.007

48.319

Voorschotten van Europese overheidslichamen

190

1.876

Voorschotten van het Rijk

2.499

5.130

Voorschotten van overige Nederlandse overheidslichamen

2.043

1.965

Overige vooruitontvangen bedragen

5.746

972

Totaal Passiva

749.095

764.648

Totaal gewaarborgde geldleningen

2016:
 1.445.108

2017:

698.991

Toelichting vaste activa

Toelichting op de balans

Activa

Vaste Activa
Vaste activa zijn zaken die meerjarig hun nut en waarde behouden. Uitgaven aan deze zaken worden in beginsel geactiveerd en gedurende de gebruiksduur afgeschreven ten laste van de rekening van baten en lasten. Er is onderscheid in immateriële, materiële en financiële vaste activa. Immateriële vaste activa zijn kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief. De materiële activa zijn stoffelijk van aard; bijvoorbeeld gebouwen, computers, sportvelden en voertuigen. De financiële vaste activa zijn geldleningen, beleggingen en vorderingen op lange termijn.

Immateriële vaste activa
Volgens de vernieuwde regels van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) vallen vanaf 2016 bijdragen aan activa in eigendom van derden onder de immateriële activa.

(Bedragen x € 1.000)

Immateriële vaste activa

31 december 2016

31 december 2017

Kosten van onderzoek en ontwikkeling

0

744

Bijdragen aan activa in eigendom van derden

1.527

1.382

Totaal Immateriële vaste activa

1.527

2.126

De kosten van onderzoek en ontwikkeling betreffen voorbereidingskosten voor drie ontwikkelingsgebieden (Havenkwartier, Gasthuisvelden en Markoevers). De geactiveerde kosten worden afgeschreven in vijf jaar. In 2017 is een bedrag van € 812.000 geactiveerd en hierop is in 2017 € 68.000 afgeschreven, zodat de boekwaarde ultimo 2017 € 744.000 bedraagt.
De bijdragen aan activa in eigendom van derden betreffen in het kader van monumentenzorg bijdragen aan restauraties op monumentale panden in de binnenstad.de geactiveerde bijdragen worden afgeschreven over een periode van 25 tot 30 jaar. In 2017 hebben er geen nieuwe bijdragen plaatsgevonden. Op de boekwaarde van het beginsaldo van € 1.527.000 is in 2017 € 145.000 afgeschreven, zodat de boekwaarde ultimo2017 € 1.382.000 bedraagt.

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa worden geactiveerd en afgeschreven op basis van de economische levensduur. Dit sluit aan bij de uitgangspunten van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
Er is onderscheid in:

  • Investeringen met een economische nut: investeringen die verhandelbaar zijn of die een bijdrage leveren aan het productieproces.
  • Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven: De investeringslasten worden door middel van heffingen in rekening gebracht bij de gebruiker. Het zijn specifiek de investeringen voor afvalstoffen en riolering.
  • Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut: investeringen in de openbare ruimte (wegen, parken, viaducten et cetera) zijn niet verhandelbaar en leveren geen bijdrage aan productieprocessen. Vanaf het begrotingsjaar 2017 gelden ook over deze (nieuwe) investeringen de gebruikelijke afschrijvingstermijnen.

In de materiële vaste activa is per balansdatum inbegrepen een bedrag van € 9,4 miljoen in erfpacht uitgegeven gronden.

Onderstaand een overzicht van de wijzigingen van de boekwaarde van deze materiële vaste activa in 2017.

(Bedragen x € 1.000)

Materiële vaste activa

31 december 2016

31 december 2017

Investeringen met economisch nut

256.129

261.023

Investeringen economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven

106.015

110.720

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut

61.000

63.843

Totaal Materiële vaste activa

423.143

435.586

Verloop materiele vaste activa

(Bedragen x € 1.000)

Boek-waarde

Bij

Af:

Boek-waarde

31-12-2016

31-12-2017

Investeringen afgelopen jaar

Afschrijvingen ten laste van de exploitatie

Afschrijvingen ten laste van reserves voorzieningen

Bijdragen van derden

Desinvesteringen

Economische nut:

Investeringen waarvoor heffingen kunnen worden geheven

106.015

11.077

6.144

0

228

110.720

Subtotaal

106.015

11.077

6.144

0

0

228

110.720

Overige investeringen met economisch nut:

Gronden

62.005

1.277

0

0

0

1.331

61.951

Woonruimten

96

58

13

141

Gebouwen

154.014

2.228

6.307

60

132

149.743

Infrastructuur

6.397

2.921

1.178

129

8.011

Vervoermiddelen

3.491

1.409

762

131

4.007

Bedrijfsmiddelen

13.097

553

1.527

0

112

12.011

Overige

17.029

11.982

3.976

0

-124

25.159

Subtotaal

256.129

20.428

13.763

0

189

1.582

261.023

Investeringen met een maatschappelijk nut

Gronden en terreinen infrastriuctuur

61.000

0

6.144

0

0

0

54.856

Gronden en terreinen infrastriuctuur vanaf 2017

16.833

223

0

7.623

8.987

Subtotaal

61.000

16.833

6.367

0

7.623

0

63.843

Totaal

423.144

48.338

26.274

0

7.812

1.810

435.586

De belangrijkste investeringen in 2017 hebben te maken met diverse investeringen op het gebied van mobiliteit (6,8 miljoen) en riolering  (11 miljoen). De post overige investeringen bestaat voor ruim € 6 miljoen uit investeringen in het kader van het project VANG (Van Afval Naar Grondstof). De rest zijn bedrijfsmiddelen.

Financiële vaste activa
Financiële vaste activa zijn deelnemingen en verstrekte leningen, opgenomen tegen nominale waarde.

(Bedragen x € 1.000)

Financiële vaste activa

31 december 2016

31 december 2017

Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen

2.077

2.077

Leningen aan woningbouwcorporaties

77.750

74.385

Leningen aan deelnemingen

17.911

17.239

Overige langlopende leningen

87.638

98.286

Totaal Financiële vaste activa

185.377

191.989

Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen
De nominale waarde van de aandelenbelangen in betreffende deelnemingen zijn in 2017 niet gewijzigd.

(Bedragen x € 1.000)

Specificatie Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen

31 december 2016

31 december 2017

Brabant Water NV

735

735

Bank Nederlandse Gemeenten NV

644

644

Intergas NV

1

1

Enexis / Essent NV

24

24

Stadsherstel NV

204

204

Chasse Theater Beheer NV

227

227

Bredase Investeringsmaatschappij NV (BrIM)

227

227

Rewin

16

16

Totaal Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen

2.077

2.077

toelichting

Leningen

(Bedragen x € 1.000)

Specificatie Leningen aan deelnemingen

31 december 2016

31 december 2017

Chassé Theater Beheer NV

16.781

16.147

Stadsherstel NV

1.130

1.092

Totaal Leningen aan deelnemingen

17.911

17.239

Op de leningen aan deelnemingen vinden de contractuele aflossingen plaats.

Overige langlopende leningen

(Bedragen x € 1.000)

Specificatie Overige langlopende leningen

31 december 2016

31 december 2017

BreedSaaM

74.644

80.788

Leningen Gemeentelijke Kredietbank

3.623

3.480

Leningen Sociale Zaken

1.546

1.374

Museum of the Image (MOTI)

373

359

Startersleningen

4.237

6.576

Deposito voormalig Hypotheekfonds Noord-Brabant

1.845

1.499

Lening Nationaal Restauratie Fonds

1.370

1.364

Synchroon B.V.

0

2.846

Totaal Overige langlopende leningen

87.638

98.286

Leningen BreedSaaM
De gemeente Breda heeft in 2014 de overeenkomst tot de doordecentralisatie voor huisvestingsmiddelen voor het Primair en Speciaal onderwijs ondertekend. in het kader daarvan zijn de onderwijsgebouwen tegelijkertijd met het verstrekken van leningen overgedragen aan BreedSaaM. Aan de doordecentralisatieovereenkomst ligt een business case ten grondslag met een aantal kaderstellende voorwaarden op basis daarvan wordt het risico op oninbaarheid van deze leningen nihil geacht.

Startersleningen
De Raad heeft voor startersleningen kredieten beschikbaar gesteld van totaal € 5,7 miljoen in de jaren 2009, 2013 en 2014 en 2017. Per ultimo 2017 zijn 421 startersleningen verstrekt.
Daarnaast heeft de Raad € 0,95 miljoen beschikbaar gesteld voor de Blijverslening. Eind 2017 waren 2 leningen verstrekt.

De uitvoering van de startersleningen is grotendeels uitbesteed aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting.

Synchroon BV

Op 28 december 2017 is het pand gelegen aan de Parade 10-14 (voormalige Chassékazerne) verkocht  en in eigendom overgedragen aan Synchroon BV. Synchroon Bv wil het pand transformeren naar woningen, horeca, detailhandel en hotel. De lening ( € 2.846.100) betreft de koopsom van het pand die Synchroon BV schuldig is aan de gemeente Breda op het moment dat de omgevingsvergunning voor het bovengenoemd transformatieplan onherroepelijk is. De verwachting is dat dit binnen 2 jaar gebeurd.

Toelichting Vlottende activa

Vlottende Activa

Voorraden

Vlottende activa zijn bezittingen waarin het vermogen in principe voor een periode korter dan een jaar is vastgelegd bijvoorbeeld voorraden, vorderingen en liquide middelen.

De voorraden zijn hoofdzakelijk grondexploitatie. In de paragraaf Grondbeleid in deze jaarstukken wordt ingegaan op deze ontwikkeling en is toegelicht welke aanpassingen in dit kader zijn verwerkt. In deze paragraaf wordt ook inzicht gegeven in de planresultaten per exploitatie, de voorraad gronden en panden en de risico's.
Het BBV specificeert het bezit van grond naar de volgende activa:

  • Materiële vaste activa  
  • Bouwgrond in exploitatie (BIE)
  • Voorraad grond

Bedragen x € 1.000

Voorraden

31 december 2016

31 december 2017

Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie

95.543

83.596

Voorziening onderhanden werk, waaronder bouwgrond in exploitatie

-41.508

-38.471

Overige grond- en hulpstoffen

8.889

6.477

Voorziening overige grond- en hulpstoffen

-813

-813

Gereed producten en handelsgoederen

65

69

Totaal Voorraden

62.176

50.858

Wanneer een grondexploitatie verliesgevend is, schrijft het BBV voor dat een voorziening gevormd moet worden op het moment dat deze verliezen 'voorzienbaar en onafwendbaar' zijn. Bij het afsluiten van een grondexploitatie komt het negatieve resultaat ten laste van deze voorziening.

Waardering onderhanden werk grondexploitaties

bedragen x € 1.000

Verloopoverzicht bouwgronden in exploitatie:

Stand per 31-12-2016

95.543

Mutaties 2017

-11.947

Stand per 31-12-2017

83.596

Nog te maken kosten 

50.373

Nog te realiseren opbrengsten

113.715

Naam

Stand 1-1-2017

Mutaties 2017

Stand 31-12-2017

Via Breda

Stationskwartier

12.251

1.205

13.456

Totaal Via Breda

12.251

1.205

13.456

Werken

Markpark/BOM-BHB

4.390

-1.449

2.941

Herstructureringsfonds BOM/BHB

-3.407

0

-3.407

Verzamelcomplex Bedrijventerreinen

2.722

-219

2.503

Werkdonken

2.883

60

2.943

Kloosterkazerne

3.367

-3.367

0

Rithmeesterpark

18.620

-2.499

16.121

Heilaar Noord

2.351

-138

2.213

Douaneterrein

-682

682

0

Totaal Werken

30.244

-6.930

23.314

Wonen

Vlaszak/Gasthuispoort

3.645

172

3.817

Verzamelcomplex Wonen

676

-742

-66

Nieuw Wolfslaar

-696

409

-287

Roosberg

-816

808

-8

Eikberg

3.725

-3.917

-192

Wisselslag

2.239

-345

1.894

Saval

3.967

-419

3.548

Tijdelijke woningen

14

394

408

Adriaan K. Landgoed

5.775

-2.530

3.245

Waterdonken

-689

1.131

442

Bouverijen

33.433

-477

32.956

Meulenspie

3.987

-2.493

1.494

Hoge Gouw

-1.695

240

-1.455

Haenen-Zuid

-516

938

422

Weterhageln-Muizenbergln

608

608

Totaal Wonen

53.049

-6.223

46.826

Totaal

95.544

-11.948

83.596

De gronden in exploitatie nemen af van € 95,5 miljoen naar € 83,6 miljoen. De mutaties 2017 hebben betrekking op het saldo van lasten en baten van de jaarschijf 2017. De voornaamste mutaties in de boekwaarde zijn opgetreden in de grondexploitaties Rithmeesterpark (afname € 2,5 miljoen), Kloosterkazerne (afname € 3,4 miljoen), Eikberg (afname € 3,9 miljoen), Adriaan Klaassen Landgoed (afname € 2,5 miljoen) en Meulenspie (afname € 2,5 miljoen). De overige grondexploitaties nemen tezamen in boekwaarde toe met € 2,3 miljoen.
Winstneming op bouwgronden in exploitatie
Rekening is gehouden met een bedrag aan tussentijdse winstneming van € 12 miljoen eind 2017. De winstneming in grondexploitaties is gebaseerd op het principe van het "Percentage of Completion" (POC) overeenkomstig de aangescherpte regels in het Besluit Begroting en Verantwoording Gemeenten (BBV). Door de commissie BBV gepubliceerde vragen en antwoorden in 2017 hebben geleid tot wijzigingen in het bepalen van de tussentijdse winstnemingen op grondexploitaties. De winst moet worden genomen bij projecten met een negatieve en positieve boekwaarde (waar voorheen alleen winst werd genomen als de geboekte opbrengsten de geboekte kosten overschrijden). Als winstnemingsformule geldt: het percentage voortgang in de opbrengsten, vermenigvuldigd met het percentage in de voortgang in de kosten, vermenigvuldigd met de verwachte winst (gecorrigeerd voor onzekerheden). De gewijzigde systematiek heeft geleid tot een aanvullende winstneming van € 4 miljoen.

Nog te maken kosten
De nog te maken kosten in lopende grondexploitaties bedragen in totaal € 50,4 miljoen voor de resterende looptijd vanaf 2018. Deze kosten zijn als volgt in te delen:

bedragen x € 1.000

Nog te maken kosten 

Bouw- en woonrijpmaken

31.059

62%

Honoraria

4.568

9%

Rentelasten

5.747

11%

Verwervingen

3.249

6%

Kostenstijgingen 

2.217

4%

Overige kosten

3.533

7%

Totaal

50.373

100%

Van de nog te maken kosten vormen de kosten bouw- en woonrijpmaken de hoofdmoot. Plankosten (honoraria) is een post die daar direct mee samenhangt. Tezamen vormen deze posten 71 % van de totale nog te maken kosten. De post verwervingen vormt 6 % van de totale kosten. De posten rentelasten en kostenstijgingen (samen 15 %) zijn in de grondexploitaties het logische rekenkundige gevolg van gedane en geplande uitgaven.
Kijkend naar de spreiding over de grondexploitaties dan is de hoofdmoot van de nog te maken kosten opgenomen in de grondexploitaties Teteringen (€ 21,1 miljoen), Stationskwartier (€ 7,5 miljoen), Eikberg (€ 8,5 miljoen) en Rithmeesterpark (€ 5,2 miljoen).

Nog te realiseren opbrengsten
De nog te realiseren opbrengsten in lopende grondexploitaties bedragen in totaal € 113,7 miljoen voor de resterende looptijd vanaf 2018. Deze opbrengsten zijn als volgt in te delen:

bedragen x € 1.000

Nog te realiseren opbrengsten

Opbrengst woningbouw

67.891

60%

Opbrengst bedrijventerrein

34.095

30%

Opbrengst kantoren

6.284

6%

Overige opbrengsten en subsidies

5.445

5%

Totaal

113.715

100%

De meeste opbrengsten worden behaald met woningbouw (60 %) en bedrijventerreinen (30 %). Tezamen vormen deze posten 90 % van de nog te realiseren opbrengsten.
De grondopbrengsten van woningbouw zijn voornamelijk te behalen in de grondexploitaties Teteringen € 45,2 miljoen) en Eikberg (€ 9,2 miljoen). de opbrengsten van bedrijventerreinen zijn geconcentreerd in grondexploitatie Rithmeesterpark (€ 20,6 miljoen), de grondopbrengsten kantoren in de grondexploitatie Stationskwartier (€ 5,2 miljoen).

Verloopoverzicht voorziening onderhanden werk

bedragen x € 1.000

Verloopoverzicht voorziening onderhanden werk

Stand per 31-12-2016

41.507

Mutaties 2017

-3.035

Stand per 31-12-2017

38.472

De hoogte van de voorziening onderhanden werk is gebaseerd op de herzieningen van de grondexploitaties met een verwacht negatief resultaat. De herzieningen bevatten aannames ten aanzien van de verwachte kosten en opbrengsten. Uitgangspunt voor de berekeningen is het zogenaamde "midcase"-scenario. Daarmee is de huidige waardering tot stand gekomen op basis van de beste inschatting van het tijdstip van opstellen van de herziening. De waardering is dus een schatting; de realisatie kan afwijken van de verwachting.

Ten opzichte van de jaarrekening 2016 neemt de voorziening af van € 41,5 miljoen naar € 38,47 miljoen. De afname van € 3,0 miljoen is weergegeven in onderstaande tabel:

bedragen x € 1.000

Netto contante waarde naar 1-1-2018 (rentebijschrijving)

1.612

vrijval voorziening (o.a. Bouverijen, Stationskwartier en Rithmeesterpark)

-3.049

toevoeging voorziening Kloosterkazerne

1.342

aanwending Kloosterkazerne 

-2.940

-3.035

Voorziening onderhanden werk gespecificeerd naar grondexploitatie:

bedragen x € 1.000

31 december  2016

31 december 2017

Via Breda

8.731

8.210

Stationskwartier

8.731

8.210

Werken

3.299

1.595

Markpark

1.366

1.323

Kloosterkazerne

1.540

0

Rithmeesterpark

393

272

Wonen

29.477

28.667

Vlaszak Gasthuispoort

4.014

4.103

Wisselslag

1.847

1.893

Saval

4.487

4.562

Tijdelijke woningen

776

790

Adriaan K. Landgoed

1.631

1.619

Bouverijen

15.908

14.864

Meulenspie

814

836

41.507

38.472

Overige grond- en hulpstoffen:

bedragen x € 1.000

Verloopoverzicht voorraad overige grond- en hulpstoffen:

Stand per 31-12-2016

8.889

Mutaties 2017

-2.412

Stand per 31-12-2017

6.477

Onder de overige grond- en hulpstoffen zijn opgenomen de af te stoten objecten gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. De voorraad neemt af van € 8,8 miljoen naar € 6,5 miljoen. De afname van € 2,4 miljoen is toe te schrijven aan de verkoop van gronden Bavelse Berg (€ 2,1 miljoen) en Bavel Zuid (€ 0,3 miljoen).
Voorziening overige grond- en hulpstoffen:
Het Besluit Begroting en Verantwoording schrijft voor dat als de marktwaarde lager is dan de verkrijgingsprijs en er sprake is van een duurzame waardevermindering,  het verlies als waardecorrectie in een voorziening moet  worden opgenomen. In de voorziening zijn in 2017 geen mutaties opgetreden, waardoor de hoogte van de voorziening blijft gehandhaafd op € 0,813 miljoen.
Een uitvoerige toelichting op de grondexploitaties en risico's is opgenomen in de paragraaf Grondbeleid.

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

(Bedragen x € 1.000)

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

31 december 2016

31 december 2017

Debiteuren openbare lichamen

639

5.591

Debiteuren

16.393

13.360

Voorziening dubieuze debiteuren

-2.254

-2.071

Debiteuren verhaal en terugvorderingen Wwb/BUIG

19.952

19.304

Voorziening debiteuren verhaal en terugvordering Wwb/BUIG

-13.040

-10.540

Vordering schatkistbankieren

3.701

0

Totaal Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

25.391

25.643

toelichting

Liquide middelen

Bedragen x € 1.000

Liquide middelen

31 december 2016

31 december 2017

Kasgelden

39

32

Banktegoeden

964

21

Kruisposten

8

-31

Totaal Liquide middelen

1.011

22

Liquide middelen zijn de kasmiddelen en tegoeden op de bankrekeningen, inclusief de kruisposten.

Overlopende activa
Overlopende activa zijn posten die aan het verslagjaar worden toegerekend maar waarvan de feitelijke afwikkeling na afloop van het jaar gebeurt.

bedragen x € 1.000

Overlopende activa

31 december 2016

31 december 2017

Overige nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde bedragen

36.545

40.266

Nog te ontvangen voorschotten van Europese overheidslichamen

904

0

Nog te ontvangen voorschotten van het Rijk

2.199

2.983

Nog te ontvangen voorschotten van overige Nederlandse overheidslichamen

10.822

15.176

Totaal Overlopende activa

50.470

58.425

De overige nog te ontvangen posten en vooruitbetaalde bedragen bestaan voor ruim € 25 miljoen uit nog te vorderen BTW. Daarnaast is € 4 miljoen nog te ontvangen van belasting debiteuren en € 4,4 miljoen overlopende rente. Deze rente wordt berekend per 31 december maar wordt pas in 2018 werkelijk ontvangen.
De nog te ontvangen voorschotten voor diverse regelingen van Europese overheidslichamen, van het Rijk en van overige Nederlandse overheidslichamen zijn conform regelgeving in bovenstaand overzicht onder de overlopende activa apart gespecificeerd. Het verloop van de grootste posten in 2017 is als volgt (bedragen * € 1.000):
Vangnetregeling: begin 1,6 + ontvangen € 2,0 - besteed € 0,9, resteert nog te ontvangen € 2,7.
Statushouders: begin € 0,5 + besteed € 0,3, resteert nog te ontvangen € € 0,2.
BDU-subsidie: begin € 3,7 + ontvangen € 4,5 - besteed € 3,7, resteert nog te ontvangen € 4,5.
Subsidie NSP1: begin € 2,0 + ontvangen € 1,8 - besteed € 2,0, resteert nog te ontvangen € 1,8.
Jeugdhulp 2017: resteert nog te ontvangen € 8,3.
Subsidie fietsenstalling: begin € 2,6 - besteed € 2,6, resteert nog te ontvangen € 0,0.
Subsidie HOV-busbaan: begin € 1,3 + ontvangen € 1,6 - besteed € 2,9, resteert nog te ontvangen € 0,0.
Diverse overige regelingen: begin € 1,2 + ontvangen € 0,4 - besteed € 1,1, resteert nog te ontvangen € 0,5

Toelichting eigen vermogen en voorzieningen

Passiva
Aan de passiva kant van de balans staan het vermogen en de schulden van de gemeente gerangschikt. Hieronder wordt ingegaan op de verschillende bestanddelen.

Eigen vermogen
Het eigen vermogen van de gemeente wordt gevormd door de reserves en het rekeningresultaat.

Nog te bestemmen resultaat
Het saldo van het totaaloverzicht van baten en lasten komt overeen met het rekeningresultaat. Voor 2017 is dit € 8,1 miljoen. Separaat aan de Jaarstukken 2017 ontvangt de raad een voorstel voor de  uiteindelijke bestemming van dit resultaat.
Het positief resultaat 2016 van € 26,9 miljoen is verdeeld en maakt onderdeel uit van de toevoegingen aan de algemene- en bestemmingsreserves. In de bijlage reserves, voorzieningen en jaar overstijgende subsidie staat een specificatie van deze resultaatbestemming 2016.

toelichting

Reserves
Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) kent twee soorten reserves, algemene- en bestemmingsreserves. Algemene reserves zijn inzetbaar als weerstandsvermogen.
Voor de inzet van bestemmingsreserves zijn eerder bestedingsbeslissingen genomen

(Bedragen x 1.000)

Reserves

31 december 2016

Bij

Af

31 december 2017

Algemene reserves

101.050

21.329

13.687

108.691

Bestemmingsreserves

36.516

13.623

7.110

43.029

Totaal Reserves

137.566

34.952

20.797

151.720

toelichting

Algemene reserve

(Bedragen x 1.000)

Algemene reserves

31 december 2016

Bij

Af

31 december 2017

Algemene reserves

101.050

21.329

13.687

108.691

Totaal Algemene reserves

101.050

21.329

13.687

108.691

De algemene reserves bestaan uit de Algemene Reserve en de Reserve Sociaal Domein.
Aan de Algemene Reserve is in 2017 het netto resultaat 2016 van € 4,7 miljoen en bespaarde rente van € 4,8 miljoen toegevoegd, tezamen € 9,5 miljoen. De toevoeging aan de reserve Sociaal Domein van € 11,8 miljoen betreft vooral de resultaatbestemming van 2016.
De belangrijkste onttrekking uit de algemene reserves is € € 2,6 miljoen ten gunste van de algemene middelen. De onttrekkingen uit de reserve Sociaal Domein voor in totaal € 11,1 hebben betrekking op posten conform resultaatbestemming 2016, budgetoverheveling 2016 ten behoeve van inzet in 2017, besluiten uit de voorjaarsnota en de begroting 2017, zoals de bijdrage in het tekort BUIG van € 4 miljoen, en bijdragen aan ontwikkelagenda armoede 2019, statushouders en verhoogde asielinstroom.

Bestemmingsreserve

(bedragen x 1.000)

Bestemmingsreserves

31 december 2016

Bij

Af

31 december 2017

Reserves exploitatie, egalisatie en investeringen

32.910

13.511

6.963

39.458

Reserves projecten uit bijdragen derden

1.221

-676

0

545

Reserves duurzaamheid

2.385

788

147

3.026

Totaal Bestemmingsreserves

36.516

13.623

7.110

43.029

Reserves exploitatie, egalisatie en investeringen

Dit zijn bedragen die in een volgend jaar worden besteed. Dit kan zijn omdat meerdere jaren resultaten zijn gereserveerd voor specifieke doelen, omdat middelen zijn overgebracht naar een volgend boekjaar of omdat gereserveerde middelen worden ingezet voor investeringen.

Reserves projecten uit bijdragen van derden

Dit is de reservering van bij bouwprojecten van derden ontvangen afkoopsommen voor het Parkeerfonds, waarop de verplichting ligt om parkeervoorzieningen te realiseren. De negatieve post van € 676.000 maakt onderdeel uit van de totale resultaatbestemming 2016 en betreft de opheffing van de reserve groenfonds.

Reserves duurzaamheid

Het bodemfonds en het klimaatfonds zijn reserves ter versterking van de gemeentelijke klimaatdoelstellingen.

In de bijlagen staat een totaaloverzicht van de reserves.

Voorzieningen
Onder voorzieningen staan verplichtingen en verliezen als gevolg van risico’s waarvan de omvang onzeker, maar toch redelijk in te schatten is. Ook zijn er voorzieningen voor uitgaven in een volgend jaar, die hun oorzaak vinden in of vóór het verslagjaar.

(bedragen x 1.000)

Voorzieningen

31 december 2016

Bij

Af

31 december 2017

Personeelsvoorzieningen

14.507

1.617

5.719

10.405

Onderhoudsvoorzieningen

27.994

16.100

13.589

30.505

Voorziening verliesgevende contracten

4.796

0

0

4.796

Achterstallig onderhoud verhardingen

11.811

0

2.078

9.733

Planschade

0

0

0

0

Vrz van derden verkregen middelen (44.2)

0

660

220

440

Overige voorzieningen

2.127

0

1.640

488

Totaal Voorzieningen

61.235

18.377

23.245

56.368

Personeelsvoorzieningen
Het totaal van € 10,4 miljoen aan personeelsvoorzieningen bestaat voor € 8,5 miljoen uit pensioenvoorzieningen voor politieke ambtsdragers (Wet AppA) en voor € 1,8 miljoen uit kosten voor voormalig personeel en andere bijzondere personeelslasten. Het bedrag van de af-mutaties ad € 5,7 miljoen bestaat voor € 0,5 miljoen uit een vrijval van beschikbare middelen en  € 5,2 miljoen uit aanwendingen. Jaarlijks wordt beoordeeld in hoeverre de stand van de personeelsvoorzieningen toereikend is. De voorziening AppA is eind 2017 geactualiseerd en is toereikend. Uit de algemene personeelsvoorziening zijn in 2017 de vakantiegeld verplichtingen van de tweede helft 2016 betaald. Het restant op deze reservering is vrijgevallen. De voorziening is toereikend.
Onderhoudsvoorzieningen
Deze onderhoudsvoorzieningen bestaan uit een groep voorzieningen voor onderhoud aan de openbare ruimte en een groep voor gebouwen.
Aan de onderhoudsvoorzieningen voor gebouwen, sportcomplexen en sportinventaris is in 2017 € 7,5 miljoen gedoteerd conform de begroting. Er is voor een bedrag van € 6,0 miljoen onttrokken voor de werkzaamheden die zijn verricht op basis van de meerjarenonderhoudsplannen.
De voorzieningen voor onderhoud openbare ruimte zijn gekoppeld aan het beleidskader 'Beheer kapitaalgoederen openbare ruimte'. De mutaties hebben dan ook betrekking op de werkzaamheden die benoemd zijn in het beleidskader. Het beleidskader is inmiddels geëvalueerd en voorgelegd aan de gemeenteraad. Gedurende het jaar zijn een groot aantal projecten uitgevoerd.

Voorziening verliesgevende contracten
Voor de vertreklocatie Rechtbank/ Belastingkantoor is door de raad nog geen grondexploitatie vastgesteld. Gezien de huidige regelgeving dient dit te geschieden op basis van de directe opbrengstwaarde. In 2016 is een taxatie uitgevoerd. Op basis van deze taxatie is de hoogte van de voorziening bepaald. In 2016 is het belastingkantoor overgedragen aan de gemeente. In 2018 volgt het gerechtsgebouw.

Achterstallig onderhoud verhardingen

De aanpak van het achterstallig onderhoud verloopt volgens plan. De voorziening is, evenals de voorzieningen voor onderhoud openbare ruimte zijn gekoppeld aan het beleidskader 'Beheer kapitaalgoederen openbare ruimte'.

Voorziening van derden verkregen middelen

Deze voorziening, ingesteld ingevolge artikel 44 lid 2 van het BBV, betreft van derden verkregen middelen (niet zijn de overige overheidsinstellingen) met een specifiek bestedingsdoel in volgende boekjaren.

Overige voorzieningen

De overige voorzieningen zijn de egalisatievoorzieningen voor afvalstoffen en riolering. Het bedrag van de af-mutaties ad € 1,6 miljoen bestaat uit een vrijval van de voorziening afvalstoffen ad € 1,2 miljoen wegens het nadelig exploitatieresultaat op het product afvalservice en uit een vrijval van de voorziening riolering ad € 0,4 miljoen wegens het nadelig exploitatieresultaat op het product riolering

In de bijlagen staat een totaaloverzicht van de voorzieningen.

Toelichting vaste schulden en vlottende passiva

Vaste schulden
Onder de vaste schulden zijn schulden opgenomen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer. De vaste schulden zijn als volgt te specificeren:

Bedragen x € 1.000

Vaste schulden (onderhandse leningen van)

31 december 2016

31 december 2017

Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen

376.772

393.465

Onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren

1.383

1.383

Subtotaal

378.155

394.848

Waarborgsommen

812

576

Totaal Vaste schulden

378.967

395.424

De  omvang van de vaste schulden is grotendeels in handen van de sectorbanken BNG (57,5%) en NWB (31,6%).

Bedragen x € 1.000

Vaste schulden

31 december 2016

31 december 2017

Lening ten behoeve van de eigen financiering

304.588

323.997

Lening ten behoeve van de woningbouw

72.184

69.468

Subtotaal

376.772

393.465

Bedragen x € 1.000

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

1.383

1.383

Subtotaal

1.383

1.383

Waarborgsommen

812

576

Totaal Vaste schulden

378.967

395.424

De omvang van de vaste schuld is met € 16,7 miljoen gestegen. Op de doorgeleende leningen aan de woningbouwcorporaties is € 2,7 miljoen afgelost. De vaste schuld waarmee gemeentelijke activa zijn gefinancierd is met bijna € 19,5 miljoen toegenomen. De exploitatie rentelast van de vaste schuld waarmee gemeentelijke activa zijn gefinancierd bedroeg ruim € 8,9 miljoen. De rentelast van de doorgeleende leningen aan de woningbouwcorporaties bedroeg € 2,5 miljoen.

Kortlopende schulden
De specificatie van de kortlopende schulden is als volgt:

Bedragen x € 1.000

Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

31 december 2016

31 december 2017

Overige kasgeldleningen

60.000

55.000

Banksaldi

0

8.858

Overige schulden

21.904

30.960

Totaal Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

81.904

94.818

toelichting

Overlopende passiva
Het totaaloverzicht van de overlopende passiva is als volgt:

Bedragen x € 1.000

Overlopende passiva

31 december 2016

31 december 2017

Verplichtingen

52.007

48.319

Voorschotten van Europese overheidslichamen

190

1.876

Voorschotten van het Rijk

2.499

5.130

Voorschotten van overige Nederlandse overheidslichamen

2.043

1.965

Overige vooruitontvangen bedragen

5.746

972

Totaal Overlopende passiva

62.484

58.262

De verplichtingen bestaan onder andere uit af te wikkelen leveringen en diensten (€ 17 miljoen), nog te betalen rente (€ 6,6 miljoen), nog te betalen subsidies ( €16,2 miljoen) en afdrachten personele lasten (€ 7,2 miljoen).
De vooruit ontvangen bedragen zijn ontvangen subsidies en leges waarvan de werkelijke lasten op een later moment plaatsvinden. Hieronder een samenvatting van de subsidieverstrekkers. In de bijlagen is een overzicht per regeling opgenomen.


Bedragen x € 1.000

Jaaroverstijgende subsidies

31 december 2016

Bij

Af

31 december 2017

Vooruit ontvangen bijdragen van de EU

190

1.860

173

1.876

Vooruit ontvangen bijdragen van het Rijk

2.499

6.895

4.264

5.130

Vooruit ontvangen bijdragen van overige overheid

2.043

3.328

3.406

1.965

Totaal

4.731

12.083

7.843

8.971

Toelichting niet uit de balans blijkende verplichtingen

Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Het Besluit Begroting en Verantwoording verplicht de gemeente om in de toelichting op de balans inzicht te geven in de financiële verplichtingen waaraan de gemeente is verbonden, voor zover die verplichtingen financiële consequenties hebben voor de toekomstige jaren en deze niet zijn opgenomen in een balanspost.

(Bedragen x € 1.000)

Borgstellingen of garantstellingen aan natuurlijke- en rechtspersonen

31 december 2016

31 december 2017

Geldleningen voor het verkrijgen/ verbeteren van woningen

627

570

Waarborgfonds sociale woningbouw

1.424.508

687.332

Overige leningen

19.973

11.089

Totaalbedrag waartoe aan natuurlijke- en rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verstrekt

1.445.108

698.991

De gemeente Breda heeft in december 2008 een overeenkomst doordecentralisatie huisvesting voortgezet onderwijs Breda afgesloten met een aantal partijen waaronder de Vereniging onderwijshuisvesting voortgezet onderwijs Breda en omstreken (Building Breda). Op basis van deze overeenkomst heeft Building Breda tot een bedrag van € 35 miljoen aan leningen opgenomen ten behoeve van de onderwijshuisvesting. Uit deze overeenkomst kunnen bij een faillissement van Building Breda verplichtingen volgen tot een bedrag van maximaal € 35 miljoen. Dit bedrag is niet opgenomen in bovenstaande opstelling.
Bij de geldleningen voor het verkrijgen/verbeteren van woningen en bij de overige leningen staat de gemeente 100% garant bij het Nationaal Restauratie Fonds (NRF).
Bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft de gemeente een achtervang positie. Met ingang van 2017 wordt in de jaarrekening de achtervangpositie bij het WSW voor de helft opgenomen van het totale bedrag waarvoor de gemeente Breda en het Rijk garant staan. Vandaar de meer dan halvering van de achtervangpositie bij het WSW ten opzichte van 2016. Het totaal van de achtervang positie (Rijk + gemeente) liep in 2017 terug met 49.845.000. De leningen die de gemeente rechtstreeks verstrekte aan de woningbouwcorporaties vallen ook onder garantie van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw en zijn in de balans verantwoord.
Het aantal verstrekte garanties door de Gemeente Breda is al jaren zeer beperkt (zie post overige leningen in bovenstaande tabel). Dit is mede dankzij landelijk opererende garantiefondsen die op specifieke beleidsterreinen garantiestellingen verlenen en daarmee een goed alternatief zijn voor directe gemeentegaranties. Voorbeelden zijn het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, Stichting Waarborgfonds Sport, Waarborgfonds Eigen Woningen, Waarborgfonds voor de Zorgsector en het Nationaal Restauratiefonds.
De afname bij overige leningen (ruim € 8,4 miljoen) komt met name door Building Breda. Deze coöperatie heeft in dit jaar relatief weinig geld opgenomen onder de verleende garantie van de gemeente Breda. In 2018 zal deze opname onder de verleende garantie fors toenemen.  
Specificatie van de restschuld van de gegarandeerde overige leningen:

(Bedragen x € 1 miljoen)

31 december 2016

31 december 2017

Stichting Elisabeth

5.600

5.241

Internationale school Breda

1.096

651

Building Breda

11.467

3.773

Overige garanties

1.810

1.424

Totaal

19.973

11.089

Belangen bij derden
Verkoop Essent
Met de verkoop in 2009 van het Productie- en leveringsbedrijf van Essent aan RWE kreeg de gemeente Breda een belang in een aantal B.V.'s als zekerheid voor mogelijke claims, die voortvloeien uit de transactie of rechtshandeling van de verkoop. Rond 2020 zijn de laatste claims afgewikkeld, in totaal geschat op maximaal € 200.000. Gelet op de onzekerheden bij deze claims staan deze niet als vordering in de balans.
Verkoop Intergas
In 2011 verkocht Intergas haar netwerkbedrijf aan Enexis en keerde 80% van de verkoopopbrengst uit aan de aandeelhouders. Een restant van € 20 miljoen kwam destijds in depot (escrowregeling) om hieruit de aan de koper afgegeven garanties en vrijwaardingen te kunnen voldoen. In juni 2012 is hiervan € 15 miljoen (aandeel Breda € 954.000) uitgekeerd. Het restant van de laatste € 5 miljoen (aandeel Breda € 320.000) valt waarschijnlijk in 2018 vrij als termijn van alle garanties is verstreken. Gezien de onzekerheid over de hoogte van de uiteindelijke vordering staan deze niet in de balans.

Langlopende contracten
De gemeente heeft een groot aantal contracten met een meerjarig karakter:
Contracten voor de zorg:
Voor een belangrijk deel van deze contracten geldt dat het of een raamovereenkomst of een zogenoemde openeindregeling is. Deze contracten kennen geen budgetafspraken, maar worden afgerekend op basis van feitelijk geleverde zorg (PxQ). Dit gebeurt in uren, trajecten, cliënten etcetera. De onderdelen waar wel vaste budgetafspraken voor gemaakt zijn, bestrijken een verplichting van € 13,2 miljoen per jaar.
Voor de aangegane verplichtingen zijn de financiële middelen in de (meerjaren) begroting beschikbaar.
Contracten voor de bedrijfsvoering:
Voor de bedrijfsvoering resteerde per 31-12-2017 € 4,8 miljoen aan contractuele verplichtingen in 2018. Contracten voor na 2017 zijn voornamelijk licentiekosten, accountantskosten, verzekeringen en kopieerkosten.
Overige contracten:
Voor parkeren, vastgoedbeheer, verkeer en vervoer, uitvoering en de stadsingenieurs is in totaal een waarde van € 14,6 miljoen aan contracten en verplichtingen voor het jaar 2018 aangegaan..   
Voor alle aangegane verplichtingen zijn middelen opgenomen in de meerjarenramingen.

Vennootschapsbelasting
Op basis van de inventarisatie en bepaling van de fiscale winst wordt voor 2017 een verlies van € 1,5 miljoen berekend. Dit verlies mag voor een periode van maximaal negen jaar worden opgenomen ter compensatie van mogelijke winsten in de toekomst. Bij de bepaling van de fiscale winst is een aantal aannames gemaakt en standpunten m.b.t. waardering en kostentoerekening ingenomen. Deze uitgangspunten zijn ook tussentijds aan de Belastingdienst voorgelegd maar instemming met de gekozen standpunten is op voorhand niet verkregen. Daarnaast zal op meer detail niveau in het kader van de aangifte vennootschapsbelasting nog een nadere analyse van zowel de activiteiten, als de fiscale opbrengsten en kostentoedeling plaatsvinden.
De feitelijke vpb-last bedraagt voor het jaar 2017 als gevolg van het negatief resultaat € 0.

Overige niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
Brandweerkazernes Ulvenhout en Teteringen
Eind 2013 zijn, in het kader van BTW-aspecten, de brandweerkazernes Ulvenhout en Teteringen overgedragen aan de Veiligheidsregio. In deze overdracht is geregeld dat de kazernes na de fiscale herzieningstermijn van maximaal 10 jaar weer worden teruggeleverd aan de Gemeente Breda
Reclame inkomsten:
In Breda treft u op diverse locaties in de gemeente halte-inrichtingen (abri’s) of vrijstaande reclamedragers (mupi's) aan met gemeentelijke en/of niet commerciële uitingen gericht aan onze burgers en/of bezoekers aan de gemeente. Op de achterzijde van de mupi’s worden reclame-informatie geplaatst.
Tussen de gemeente en de eigenaar/beheerder van deze abri's en mupi's ligt contractueel vast dat zij een deel van hun reclame-inkomsten afdragen aan de gemeente voor het gebruik van de openbare ruimte.