Financiering

Taken en beleid treasuryfunctie

De treasury-functie bestaat uit de taken financiering, cashmanagement en rente-risicobeheer. Doel is de organisatie te voorzien in de behoefte aan vreemd vermogen tegen zo laag mogelijke kosten en te beschermen tegen ongewenste financiële risico’s.
Het financieringsbeleid van de gemeente stelt dat maximaal gebruikt wordt gemaakt van kortlopende financieringsmiddelen (looptijd tot 1 jaar). In normale marktverhoudingen geldt hoe korter de looptijd, des te lager de te betalen rente. We nemen kaders, kasgeldlimiet en renterisiconorm van de wet Financiering Decentrale Overheden in acht. De kasgeldlimiet beperkt het renterisico op de kortlopende schuld. De renterisico-norm beperkt het renterisico op de langlopende schuld.

Sturingsvariabelen bij de uitvoering van het financieringsbeleid zijn de gemiddelde rente en looptijd van de schuld en financiële activa, en tariefstelling op de geld- en kapitaalmarkt. Het renteresultaat en de omslagrente zijn per 2018 geen sturingsvariabelen meer door de nieuwe BBV-regelgeving over rentetoerekening in de gemeentelijke begroting.
Het gaat om grote volumes, forse bedragen aan rente en aflossingen en omvangrijke geldstromen. De treasury-functie is onderdeel van de afdeling Financiën, Inkoop en Juridische Zaken en met 0,75 fte verdeeld over 2 functionarissen. Zij borgen de procesgang.

Renteontwikkelingen in 2017

De ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt zijn ook in 2017 weer gedomineerd door de Europese Centrale Bank. Om de economie aan te jagen en de inflatiedoelstelling van 2% te bereiken hield de ECB de rentetarieven zeer laag.
Op de geldmarkt bepaalde de door de ECB vastgestelde depositorente de tariefstelling voor gemeenten. De depositorente is een van de 3 rentetarieven die de ECB elke 6 weken in het kader van haar monetair beleid vaststelt. De depositorente is de rente waartegen banken kortlopend bij de ECB geld in bewaring geven. Deze rente is sinds juni 2014 negatief en was in 2017 minus 0,4%.
De herfinancieringsrente is sinds maart 2016 0%. Dit is de rente waartegen banken bij de ECB geld lenen. Met beide rentes beïnvloedt de ECB de geldmarkt voor haar inflatiedoelstelling.  
Op de kapitaalmarkt was door de opkoopacties van de ECB de rente op langlopende leningen het hele jaar laag (range van de 10 jaars benchmarklening in 2017 was 0,6% - 1,0%).

Financieringsbeleid

In 2017 is opnieuw maximaal kort gefinancierd via hoofdzakelijk 1-maands kasgeldleningen, binnen de kaders van de kasgeldlimiet. De rentetarieven lagen tussen de 0,32% - 0,46% negatief. Gemiddeld is  € 65 miljoen aan kortlopende leningen aangetrokken tegen -0,39% rente. De financieringslasten waren ruim een kwart miljoen negatief!
In 2017 is een bedrag van € 35 miljoen aan langlopende leningen aangetrokken met een looptijd van 1 jaar. Ook hierbij lagen de tarieven onder 0% (-0,33%). Daarnaast is nog € 15 miljoen aangetrokken met een looptijd van 5 jaar (0,065%) en € 30 miljoen met een looptijd van 10 jaar (0,57%). Er is een lening van € 15 miljoen aangetrokken bij de Triodos Bank voor de financiering van verduurzaming van de vastgoedportefeuille.  In totaal is € 80 miljoen aan nieuwe leningen aangetrokken en ruim € 60 miljoen afgelost.

Verstrekte geldleningen en garanties

BreedSaam kreeg in 2017 een lening van € 10 miljoen verstrekt op basis van afspraken bij de doordecentralisatie onderwijshuisvesting in 2014. Er is in 2017 1 garantie verstrekt. Er zijn geen achterstanden in betalingen op door de gemeente verstrekte geldleningen en /of gegarandeerde leningen.

Renterisicobeheer

In de wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) staan normen om het renterisico te beperken. Dit gebeurt door de omvang van kortlopende schuld (< 1 jaar) te beperken (kasgeldlimiet) en door jaarlijkse aflossing op de vaste schuld te maximaliseren (renterisiconorm). De normen voor het renterisicobeheer, de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, zijn niet overschreden.  

Kasgeldlimiet

De kasgeldlimiet, 8,5% van de begroting (€ 637 miljoen), is over 2017 € 54 miljoen. De kasgeldlimiet is in de 1e 2 kwartalen fors overschreden. Dit gebeurt jaarlijks en wordt veroorzaakt doordat in het 1e kwartaal veel subsidies worden uitgekeerd. De inkomsten van de gemeente komen door het hele jaar heen binnen. De behoefte aan liquiditeit is daarom in de 1e 2 kwartalen hoger dan in de 2e helft van het jaar. In het 3e kwartaal ligt de kortlopende schuld weer onder de kasgeldlimiet. Het is niet toegestaan de kasgeldlimiet 3 kwartalen op rij te overschrijden. Het gemiddeld opgenomen bedrag aan kortlopende financiering was in 2017 € 65 miljoen.

Renterisiconorm

De renterisiconorm is een bedrag ter grootte van 20% van de begrotingsomvang in het betreffende jaar (€ 637 miljoen). De renterisiconorm bedraagt in 2017 € 127 miljoen. Van de langlopende schuld mag maximaal dat bedrag aan een renteherziening onderhevig zijn (renteherzieningen en herfinanciering)  Het bedrag aan herfinanciering en renteherzieningen bedroeg ruim € 60 miljoen en blijft daarmee ruim binnen de norm.  

Schatkistbankieren

Sinds eind 2013 is schatkistbankieren verplicht voor decentrale overheden. Gemeenten hebben een rekening courant verhouding met het Rijk om overtollig geld te stallen. Om het cashmanagement niet te verstoren heeft het Rijk middelen uitgezonderd door invoeren van een drempelbedrag van 0,75% van de begroting (tot € 500 miljoen) plus 0,2%van het meerdere. De drempelwaarde van Breda is in 2017 € 4 miljoen bij een begrotingstotaal van € 637 miljoen. Aangezien Breda geen structureel overtollig geld heeft maken we beperkt gebruik van de rekening courant verhouding met het Rijk. Gedurende het gehele jaar is voldaan aan de vereisten van het schatkistbankieren.

Treasuryresultaat

Het treasury-resultaat is het saldo tussen het totaal van de rentelasten en de doorbelasting daarvan (de rentebaten). De rentelasten worden toegerekend aan de activa die ermee gefinancierd zijn. Het treasury-resultaat is bijna € 5 miljoen. Bij de begroting was € 3,7 miljoen geraamd. Het positief resultaat komt door lagere rentelasten van de opgenomen langlopende geldleningen, een hoger bedrag aan doorbelasting aan de materiële activa en een correctie (bate) van ruim 3 ton op een verstrekte lening. Door gewijzigde regelgeving (BBV) is het treasury-resultaat in de toekomst beperkt. De hoogte van de renteomslag is aan regels gebonden. Uitgangspunt is dat niet meer rente aan de materiële vaste activa wordt toegerekend dan er werkelijk wordt betaald. Het renteomslag percentage was 3,9% in 2017  en 2% in 2018.